Moment van de waarheid

Op het WK van 1998 in Utrecht werden de Nederlandse mannen wereldkampioen door Spanje in de finale te verslaan met 3-2. In de verlenging scoorde Teun de Nooijer twee minuten voor het einde de golden goal. Een scharniermoment in de geschiedenis van het Nederlandse hockey, zoals ik mijn boek beschrijf.

Vanmiddag staat Nederland opnieuw in de finale van een WK Hockey. Nu tegen de sterke Australiërs.  Worden de mannen van Paul van Ass opnieuw wereldkampioen in eigen land? Ik denk van wel, want Van Ass heeft zijn spelers geleerd te pieken op het juiste moment. Let straks maar eens goed op.

De Batavieren

BatavierenGisteren was ik uitgenodigd voor een bijeenkomst van De Batavieren in het WK-stadion. De Batavieren zijn een select gezelschap van (ex)internationals en spelers die een belangrijke bijdrage aan het hockey hebben geleverd. Bijna alle bekende hockeyers zijn lid. Hun missie: de ware hockeygeest verspreiden. Binnen het hockey vertegenwoordigen de Batavieren een invloedrijke stroming. Oud-tophockeyer en NOC*NSF voorzitter André Bolhuis zegt in mijn boek dat hij bij de Batavieren heeft leren besturen.

Met statistiekbureau Infostrada deden de Batavieren een onderzoek naar de kanshebbers op de wereldtitel. Uitkomst: Duitsland wint het WK. In de zaal hing een uitgelaten sfeer van groep opgeschoten jongens die op schoolreisje waren. Batavier Ron Steens spijbelde. Hij was wel op het WK-terrein, maar struinde liever met zijn vriendje Willem van Hanegem over het WK Plaza.

Coach Teun

coach teunGisteren werden de meisjes C1 van Bloemendaal landskampioen. Ze wonnen de finale van Den Bosch na shoot outs. Het weekend daarvoor zag ik ze de laatste competitiewedstrijd winnen van Amsterdam. Het was een beslissende wedstrijd waarbij beide ploegen zich nog konden plaatsen voor de landelijke play-offs, die het afgelopen weekend werden gespeeld.
Coach van de meisjes C1 was Teun de Nooijer. Vanaf de zijlijn gaf hij zijn speelsters voortdurend aanwijzingen. Hij riep dat ze dieper moesten spelen of meer naar binnen moesten staan. Ook gaf hij ze veel complimentjes. Positief coachen heet dat.
Een woord dat hij heel vaak riep was: simpel. Als hij dat woord riep, was het opvallend hoe makkelijk de meisjes de bal dan naar een medespeler overspeelden. Hoewel hij veel praatte, straalde Teun de Nooijer veel rust uit. Speelsters die gewisseld werden, gaf hij een aai over de bol en in de rust zag hij erop toe dat ze allemaal een stukje fruit aten. Hier stond een hockeyvader, die jarenlang toevallig ook de beste hockeyer van de wereld was geweest.

De kleinste speelster op het veld was zijn dochter Lilli. Net zoals haar vader droeg ze het rugnummer 14.

Billy’s bedgeheimen

gevallen helden blogGisteren plaatste mijn grootste fan Grace Bernardus deze foto op de Facebookpagina van Echte hockeyers douchen niet, – jazeker, die is er er ook.
Daar sta je dan ineens. Tussen Wim Kieft (onder), John de Wolf (boven), Fernando Ricksen (links) en Glenn Helder (rechts). Allemaal voetbalhelden die van hun voetstuk vielen. John de Wolf speelde vals met kaarten. Glenn Helder vergokte al zijn geld en belandde in de gevangenis. Fernando Ricksen zoop en neukte zich naar de afgrond, waarna hij ook nog werd getroffen door een dodelijke spierziekte. En Wim Kieft, zonder wie we in 1988 nooit het EK voetbal hadden gewonnen, blijkt al jarenlang te kampen met een cocaïneverslaving. De nieuwe hit in de boekwinkel zijn verhalen over gevallen voetbalhelden. Een lucratief genre, dat uit Engeland is komen overwaaien. Daar werden vergelijkbare boeken over George Best, Paul Gascoigne en Tony Adams megasellers.

Is Echte hockeyers douchen niet ook zo’n boek? Niet bepaald. Geen onthullingen over de bedgeheimen van Billy Bakker, of de nachtelijke escapades van oud-spelers als, pak ‘m beet, Bram Lomams, Jeroen Delmee en Erik Jazet. De ontwikkeling die de hockeywereld doormaakt was voor mij al interessant genoeg. Een wereld die in enorm beweging is, maar tegelijkertijd toch traditioneel blijft. Over de machinaties daarachter. Over sportieve hoogtepunten. Over mensen en hun ambities. En oké dan, ook met een vleugje seks. Daarover binnenkort meer op mijn blog.

 

Naakthockey

naakthockeyIn 1891 introduceerde Pim Mulier hockey in Nederland. De Engelsen waren de eersten die het spel speelden zoals wij dat nu kennen. Maar ver daarvoor al bestonden er allerlei varianten. De Egyptenaren speelden hocksha, de Arabieren dahwa, de Japanners chiccho en de Kelten hurley. De oude Grieken speelden het ook al. Naakt.
Bij de Azteken heette het chueca, dat in Zuid-Amerika uitgroeide tot een echte volkssport, maar later werd verboden omdat het de samenleving ontwrichtte. Er vielen te veel doden.

Het is vast daarom dat hockey vandaag de dag zulke strenge spelregels kent. ‘Een hockeystick kan levensgevaarlijk zijn als je daar verkeerd mee omgaat,’ zegt hockeycoach Siegfried Aikman in mijn boek. Hockey is daarom ook geen contactsport. Toch wel benieuwd hoe die oude Grieken dat vroeger deden.

EHDN

stapel EHDN

Vanaf deze week ligt mijn boek Echte hockeyers douchen niet in de winkel. Daarin ga ik op zoek naar een antwoord op de vraag hoe het komt dat de hockeysport in Nederland zo snel is gegroeid. Het boek is een reconstructie van een succesverhaal. Een verhaal dat begon met het WK van 1998. In het voetbalstadion De Galgenwaard van FC Utrecht presenteerde de hockeysport zichzelf aan de buitenwereld. Een scharniermoment in de geschiedenis van het Nederlandse hockey, want sindsdien verdubbelde het aantal hockeyers tot bijna een kwart miljoen. In mijn boek is te lezen hoe dat kwam.

Over twee weken vindt er opnieuw een WK hockey in Nederland plaats. Opnieuw in een voetbalstadion. Deze keer van ADO Den Haag. Een goed moment om nogmaals een blik achter de schermen te werpen. Op deze blog doe ik dagelijks verslag vanuit Den Haag. Wordt Nederland opnieuw wereldkampioen? Lees het op www.ehdn.nl.